Linkshandigen in het nieuws 2002
Linkshandigheid door echografie voor geboorte
Onderzoekingen van de foetus bij zwangere vrouwen door middel van echografie
bevordert linkshandigheid bij opgroeiende kinderen. Tot deze constatering komen
Zweedse wetenschappers van de universiteit van Uppsala in het vaktijdschrift
Epidemiology. Echografie of ultrageluidonderzoek is een onderzoeksmethode
waarbij gebruik wordt gemaakt van op het lichaam gerichte geluidsgolven
met een zeer grote frequentie. Wanneer de geluidsgolven de grens tussen
twee weefselsoorten passeren, worden ze ten dele teruggekaatst.
Deze terugkaatsende golven worden geregistreerd op een beeldscherm en
bij een prenataal onderzoek wordt de foetus zichtbaar gemaakt in de baarmoeder.
Bij de moderne echografie wordt het beeld elke fractie van een seconde
bijgewerkt, zodat een bewegende film wordt verkregen en de bewegingen
van de baby kunnen worden gevolgd.
Recruten
De vorsers onderzochten 7000 rekruten van het Zweedse leger die in de
jaren zeventig voor hun geboorte met echografieën werden onderzocht.
In die periode werden echografieën in enkele grote Zweedse klinieken
veelvuldig voor prenataal onderzoek gebruikt. Bij de onderzochte
rekruten kwamen dertig procent meer linkshandigen voor dan bij
rekruten die voor hun geboorte niet met een echografie werden onderzocht.
Linkshandigheid
Linkshandigheid of sinistraliteit komt normalerwijze bij twee tot vijf
procent van de mensen voor, meer bij mannen dan bij vrouwen. Bij de meeste
linkshandigen is het hersencentrum voor het gebruik van de taal in de
rechterhersenhelft gelegen, die ook de motoriek van de linkerhand bestuurt.
Volgens de vorsers doet daarom het resultaat van hun onderzoek het vermoeden rijzen,
dat echografische onderzoeksmethoden de hersenontwikkeling van ongeborenen kunnen beïnvloeden.
Tot nu toe gold de echografie als een vrijwel volkomen onschadelijke manier
van medische beeldvorming zonder ongewenste neveneffecten.
Algemeen Dagblad 30 januari 2002
---------------------------------------
Uw kind schrijft links: Dat is zijn keuze
De kinderen gaan terug naar school... Uw kind lijkt het goed te doen
op school; het heeft zich goed aangepast aan zijn nieuwe leerkracht
en zijn klas. Het toont u trots de eerste lijnen die het geschreven
heeft, maar tot uw grote verbazing stelt u vast dat uw kind links schrijft!
Vindt u dat vervelend? Moet u daar tegenin gaan?
Linkshandigen werden lange tijd wat met een scheef oog bekeken.
Linkshandig zijn werd geassocieerd met onhandigheid, zoals onder meer
blijkt uit de uitdrukking “twee linkerhanden hebben”. In een ver verleden
waren de mensen zo bijgelovig dat ze dachten dat de linkerhand de hand des
duivels was of van iemand die ongeluk bracht...
En omdat het niet normaal was (ongeveer 1 tot 3 op de 10 kinderen zijn
linkshandig), probeerden de meesters op school de kinderen dadelijk rechts
te leren schrijven. Die kinderen moesten daarvoor een grote inspanning
leveren, en uiteindelijk was hun geschrift toch eerder wat gekrabbel,
wat ook niet alles is.
Linkshandigen: door iedereen aanvaard
De pedagogen hebben nu gelukkig begrepen dat een dergelijke inspanning
geen zin heeft. En de aanbevelingen van de minister voor Nationale
Opvoeding raden de leerkrachten aan de keuze van het kind te respecteren.
Ook wordt aanbevolen bijzondere maatregelen te nemen om het leerproces
van linkshandige kinderen te vereenvoudigen, wetende dat de wereld vooral
gemaakt is voor rechtshandigen. Probeer maar eens een schaar te gebruiken
met uw linkerhand, u zal het beter begrijpen!
Enkele nuttige tips voor ouders en leerkrachten
De belangrijkste tips zijn:
-Modellen die linkshandige kinderen moeten natekenen,
moeten op het einde van de lijn staan (rechts op de bladzijde).
Als het voorbeeld links staat, zal hun hand erop liggen. De leerling
mag echter niet van rechts naar links schrijven!
-Let ook op de lichaamshouding: doordat linkshandigen hun bladen
niet goed kunnen oriënteren, zijn ze geneigd hun rug te draaien om te
kunnen lezen wat ze aan het schrijven zijn.
-Geef waar mogelijk geschikt materiaal zoals een schaar voor linkshandigen.
Een keuze die wordt gemaakt in het 1ste jaar van de lagere school
In het begin van het 1ste jaar lagere school kan worden nagegaan of het
kind werkelijk linkshandig is. Vóór die leeftijd gebruiken kinderen
niet zelden de linker- en de rechterhand door elkaar. Rond de leeftijd
van 3 jaar is er een begin van specialisatie, wat een keuze en dus een
eerste teken van autonomie is. Op de kleuterschool, tussen de leeftijd
van 3 en 6 jaar, wordt de oriëntatie van het kind (rechts of links)
duidelijker en bij het begin van het eerste jaar lagere school ligt
de keuze meestal vast. Op dat ogenblik kan het kind dan beginnen leren
lezen en schrijven. Door die lateralisatie wordt het kind preciezer en
handiger in zijn bewegingen.
Linkshandigheid: gedeeltelijk genetisch bepaald
Maar waarom wordt een kind links- of rechtshandig? Psychologen en
neurologen hebben daar onderzoek naar verricht. De lateralisatie
blijkt reeds te bestaan bij de bevruchting. Met andere woorden,
linkshandigheid is voor een stuk genetisch bepaald. Het gen voor
linkshandigheid is echter nog niet bekend. Studies tonen evenwel
aan dat een kind 50 tot 60% kans heeft om linkshandig te worden
als beide ouders linkshandig zijn.
De specialisatie begint reeds in de baarmoeder
Linkshandigheid zou reeds vroeg in de ontwikkeling worden bepaald,
met name op het ogenblik dat de hersenzones zich vormen, ongeveer
in de 7de maand van de zwangerschap. Reeds bij de geboorte is het m
ogelijk om met een zekere waarschijnlijkheid (maar geen zekerheid)
te voorspellen of het kind linkshandig dan wel rechtshandig zal worden.
Zo heeft men pasgeborenen gedurende 24 uur gefilmd om na te gaan naar
welke kant ze kijken. De kans waarnaar het kind zijn hoofdje het vaakst
draait, zal waarschijnlijk de predominante (overheersende, dominante)
kant worden.
De oriëntatie ontwikkelt zich verder tijdens de eerste kinderjaren
De oriëntatie ontwikkelt zich verder als de baby voorwerpen begint te
grijpen rond de leeftijd van 6 maanden. Op de leeftijd van 18 maanden
is de voorkeur van het kind nog duidelijker. Bijv. als het tekent,
speelt, zijn tanden poetst, zijn haar kamt, papier knipt, een bal
trapt, enz.
Geen definitieve keuze vóór de leeftijd van 6 jaar!
Maar men mag niet te vroeg een besluit trekken. Op de leeftijd van 3
jaar heeft het kind nog niet definitief gekozen tussen zijn rechter- en
zijn linkerhand. Op de leeftijd van 6 jaar aarzelt het soms nog, wat
eerder wijst op een lichte vertraging in de lateralisatie. Het staat
de leerkracht dan vrij het kind aan te raden eerder de rechterhand
te gebruiken. Maar de uiteindelijke beslissing moet het kind zelf
nemen. Ouders en leerkrachten moeten het laten schrijven en mogen
het geen schuldgevoelens bezorgen als het van hand verandert!
e-gezondheid.be 15 oktober 2002
---------------------------------------
www.linkshandig.info (c) 1999-2024